Exodus 37

De ark, het verzoendeksel, de cherubs

Nadat het huis is gemaakt, worden de voorwerpen gemaakt die in het huis komen te staan. Eerst wordt de ark gemaakt, met direct daaropvolgend het verzoendeksel met de beide cherubs. Als de schrijver van de brief aan de Hebreeën over de ark spreekt, stelt hij de heerlijkheid ervan voor door te vermelden dat deze “rondom geheel met goud overdekt” was (Hb 9:4a). Hij noemt in dat vers nog meer heerlijke dingen in verbinding met de ark en wel dat daarin “een gouden kruik was die het manna bevatte, en de staf van Aäron die gebloeid had” (Hb 9:4b; Ex 16:33; Nm 17:8-10). Hij spreekt ook over de cherubs als “de cherubs van [de] heerlijkheid die het verzoendeksel overschaduwden” (Hb 9:5).

De ark en het verzoendeksel en de cherubs spreken van de heerlijkheid van Christus en Zijn werk. Bij Zijn werk kunnen we denken aan Zijn werk op het kruis tot verzoening, waarbij aan al Gods heilige eisen is beantwoord, en aan Zijn werk nu in de hemel voor Zijn volk. Het verzoendeksel is voor ons “de troon van de genade” geworden, waartoe wij met vrijmoedigheid mogen naderen, “opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden tot hulp op de juiste tijd” (Hb 4:16).

De ark, met daarop het verzoendeksel, is het enige voorwerp in het heilige der heiligen. De schrijver van de brief aan de Hebreeën noemt de ark “de ark van het verbond” (Hb 9:4). Hij verwijst daarmee terug naar de ark als de ontmoetingsplaats tussen God en het volk onder het oude verbond. Zijn hele onderwijs in de brief is erop gericht om tegenover dit centrum van het oude verbond Christus als het middelpunt, het hart van het nieuwe verbond, te plaatsen.

Zie ook het commentaar bij Exodus 25:10-22.

De tafel met zijn voorwerpen

Na de ark volgt het maken van de tafel voor de toonbroden. De toonbroden worden hier niet genoemd. Hierdoor valt de nadruk op wat de tafel voorstelt. Een tafel spreekt van gemeenschap. Door het werk van de Heer Jezus is er gemeenschap mogelijk met God en met elkaar.

De tafel is even hoog als de ark. Dat leert ons dat onze gemeenschap zich bevindt op het niveau van de Persoon en het werk van Christus. Onze gemeenschap als gelovigen van de gemeente bestaat uit Hem. Door Hem en Zijn werk zijn wij aan elkaar verbonden. Hij is het kenmerkende van onze gemeenschap. We zijn immers door God geroepen “tot [de] gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus onze Heer” (1Ko 1:9).

Zie ook het commentaar bij Exodus 25:23-30.

De gouden kandelaar met voorwerpen

Na de tafel die als eerste voorwerp in het heilige wordt gemaakt, wordt de kandelaar gemaakt. Dat wijst erop dat onze gemeenschap met God en Christus en met elkaar alleen in het licht kan plaatsvinden: “Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” (1Jh 1:7). Zoals aan de kandelaar bloemkelken als vrucht verbonden zijn, zo is met de wandel in het licht ook vrucht verbonden. Onze wandel in het licht, “als kinderen van het licht” (Ef 5:8b), zal de vrucht van het licht voortbrengen: “De vrucht van het licht [bestaat] in alle goedheid en gerechtigheid en waarheid” (Ef 5:9).

Zie ook het commentaar bij Exodus 25:31-40.

Het gouden reukofferaltaar

Het derde voorwerp in het heilige is het gouden reukofferaltaar. Het is opmerkelijk dat Gods Geest de schrijver van de brief aan de Hebreeën ertoe leidt te zeggen dat dit altaar in het heilige der heiligen staat (Hb 9:3-4). Dat wijst erop dat de eigenlijke functie van dit altaar bij het heilige der heiligen hoort.

Het altaar stelt aanbidding voor. Omgeven door het reukwerk van dit altaar kan Aäron het heiligdom binnengaan, want anders zal hij sterven: “Hij moet dan het reukwerk op het vuur leggen voor het aangezicht van de HEERE, zodat de wolk van het reukwerk het verzoendeksel, dat boven de getuigenis is, bedekt en hij niet zal sterven” (Lv 16:13). Voor ons betekent het dat wij in de welriekende reuk die Christus voor God is in het binnenst heiligdom mogen gaan om daar de Vader te aanbidden voor Wie Hij is en voor Wie Zijn Zoon is.

Zie ook het commentaar bij Exodus 30:1-10.

De zalfolie en het reukwerk

Voor het maken van de heilige zalfolie en het zuiver geurig reukwerk zijn speciale kwaliteiten noodzakelijk, zoals die alleen bij een zalfbereider aanwezig zijn. In de zalfbereider kunnen we een beeld zien van de Heilige Geest, Die alleen in staat is om te geven wat nodig is voor het verrichten van onze dienst in het huis van God, zodat die dienst als een zuiver geurig reukwerk tot God opstijgt.

De Heer Jezus is door God “gezalfd met [de] Heilige Geest en met kracht. Hij is [het land] doorgegaan, terwijl Hij goeddeed en allen gezond maakte die door de duivel waren overweldigd, want God was met Hem” (Hd 10:38). In Zijn hele leven is Hij geleid door de Heilige Geest en alle krachten die Hij heeft gedaan, hebben een aangename geur verspreid. Dit alles is één heerlijk offer voor God geweest.

Zie ook het commentaar bij Exodus 30:22-38.

Copyright information for DutKingComments